Waar je ook bent op Saba, overal zie je de zee.

5 februari 2014 - Saba, Nederlandse Antillen

Dinsdag 4 februari
We maken met Rodney een toer over het eiland. Saba heeft slechts 4 steden: The Bottom, St John, Windwardside en Hell's Gate. Hell's Gate is omgedoopt als Zions Hill, er was een geestelijke die zich in deze naam niet kon vinden.
Maar waar je ook staat, overal zie je de zee, dat is wel heel grappig. Het zegt natuurlijk iets over de grootte en de vorm van het eiland.

In The Bottom is het Gouvernement gevestigd, hier zetelen de bestuurders. Het is een mooi gebouw, maar dat geldt eigenlijk wel voor alle gebouwen en huizen hier.
In The Bottom staat ook de medische faculteit. Hier studeren zo'n 500 studenten, 70% is afkomstig uit Canada, de overigen komen uit Amerika, Rusland en India. Er zijn geen inwoners uit Saba die hier studeren.

Vanuit The Bottom rijden we door naar de haven. De weg gaat met enorme haarspeldbochten. Deze 14 km lange weg verbindt de haven Fort Bay met de luchthaven bij Flat Point.
Nederlandse deskundigen meenden dat het steile terrein ongeschikt was voor de bouw van een weg.
Het was inwoner Josephus Lambert Hassell die een schriftelijke cursus weg- en waterbouwkunde volgde. Daarna ging hij met lokale bouwers aan de slag.
Het kostte 15 jaar om deze weg aan te leggen.

Bij de haven zien we afgravingen, het gaat hier om zand en grint.
Ook staat hier een diesel generator die electriciteit opwekt en zo het hele eiland voorziet van stroom.
Het drinkwater is afkomstig van regenwater, overal op het eiland staan spaarbekkens. Vorig jaar had het weinig geregent, er moest toen vanuit St. Maarten water aangevoerd worden.

Noordelijk van de haven is nog een heel mooi stukje natuur. Het is een doodlopende weg, een heel eind naar beneden.
Hier is een zandstrandje, het enige op Saba. Het is geen mooi zand, het is zwart en vanaf de rots vallen regelmatig stenen naar beneden.
In het weekend komen hier de inwoners om te zwemmen.
Het is een heel mooi stukje natuur.
Hier zie je volop de zeedruiven. Deze zijn niet voor consumptie geschikt, alhoewel men zegt dat je ze wel kan eten.
Ook zie je hier volop de nationale bloem die bij ons ook groeit: De oranje Suzanne met de mooie ogen.

We rijden nog naar Hell's Gate oftewel Zions Hill. Als je hier de stijle rotsen ziet, waar de zee bij slecht weer tegen aan beukt, dan kan ik me de naam wel voorstellen.
Afgelopen kerst is er zo'n enorme storm geweest die veel vernield heeft. Saba heeft toen enige tijd zonder stroom gezeten, op diverse plekken zijn de vernielingen nog zichtbaar.
Hiervandaan hebben we een schitterend gezicht op het vliegveldje met zijn landingsbaan van 400 meter precies op de rotspunt.

Woensdag 5 februari verlaten we Saba weer en gaan we terug naar St.Maarten.
We vliegen weer met Winair en het opstijgen is eigenlijk net zo spannend als het landen. Als het vliegtuig(je) te laat van de grond is liggen we in zee.
Het is maar 15 minuten vliegen, dus blijven we laag. St. Maarten is al gauw in zicht.
We vliegen over het strandje waar wij zelf ook gestaan hebben. Je ziet hier alle vliegtuigen over zee aan komen.
Er staan dan ook honderden mensen om hier de binnenkomende vliegtuigen te spotten. Grappig om al die ogen op ons gericht te zien.
Een Taxi brengt ons naar ons Hotel Grand Case beach in Grand Case. Voor ons geen onbekende plek, we waren hier al eerder.

Foto’s