Op pad met Roland Lopes

1 februari 2014 - Oranjestad, Nederlandse Antillen

Vrijdag 31 januari gaan wij op pad met gids Roland Lopes.
Hij haalt ons bij ons hotel: the Old Gin House aan de Caribische zee in lower Oranjestad op.

Langs de kust zijn tal van ruines uit vroegere tijden. Heel veel muren en funderingen bestaan nog, ook nog heel veel onder de grond, dat zie je ook goed langs de kust.
Ons hotel staat dan ook op een historische plek. Het was een plek waar ook slavenhuizen stonden.
St Eustatius heeft een slaven verleden, tal van plantages, tabak, katoen en suiker.
St Eustatius wordt in de volksmond Statius genoemd.

Roland is hier geboren en getogen, dus hij weet erg veel te vertellen. Hij vertelt zo veel dat we het niet eens allemaal op kunnen slaan.
We rijden eerst een stukje langs de kust om de ruines te zien, dan gaan we naar upper Oranjestad.
Hij laat ons heel Oranjestad zien, maar wij gaan dat zelf nog wel op ons gemak bekijken.

Het fort Oranje is een fort dat gebouwd is in 1636.
Hier vindt je de mooiste kanonnen.
Ook de Ruijter is hier geweest.
Op Statius is dan ook heel wat oorlog gevoerd, vandaar al die forten, in totaal waren er 16, nu zijn er nog slechts 4
De klok wordt nog steeds geluid, een traditie.
Het is een enthousiaste Statiaan die de traditie in ere houdt en elke ochtend en avond om 6 uur de klok 6 x luidt.
Ons werd verteld dat dit ook 's middags om 12 uur gebeurde, dus wij wachten, maar er kwam niemand.
Zelf luiden durfden we toch niet aan.
Vanaf het fort hebben we ook een mooi zicht op de kust en kustweg.

St. Eustatius speelde in het verleden een belangrijke rol in de handel, het werd dan ook de Golden Rock genoemd.
Engeland, Frankrijk en Nederland zijn wisselend aan de macht geweest.

We rijden verder naar het zuiden naar Fort de Windt. De kanonnen staan er nog, maar van het fort is niets meer over.
We staan hier op de Zuidpunt van het eiland en waaien compleet uit ons jasje.
Hiervandaan hebben we zicht op het eiland St. Kitts.

Hier op de zuidpunt ook The Quill, de kuil. In deze berg zit een enorme kuil, de krater van een rustende vulkaan.
Het schijnt een mooi gezicht te zijn om in deze krater te kijken, maar wij hebben niet de conditie om helemaal naar boven te gaan, dus helaas zullen we dat niet zien.

Vanuit het zuiden rijden we naar de noordkant van het eiland, hier ook bergen die slechts te voet begaanbaar zijn.
We krijgen zicht op het Zeelandiastrand. In de periode maart - juni broeden hier de zeeschildpadden, dan mag je het strand niet betreden.
Het is het grootste strand van St Eustatius, 3 km lang.

Onderweg komen we nog langs een ezelopvang, lang niet zoveel ezels als op Bonaire, maar ook hier willen ze de ezels niet in het wild laten lopen.
Ook zijn we op de weg al geiten tegen gekomen.
Wij ervaren het eiland als erg groen, totaal anders dan de andere eilanden, het heeft zijn eigen sfeer.
Vooral heel veel rust en super vriendelijke mensen. Iedereen groet iedereen.
In totaal leven hier 4000 mensen, waarvan 1/3 deel import is van de diverse omringende eilanden.
En...van cruiseschepen hebben ze geen last, die komen hier niet.
Zo af en toe komt er een cruiseschip met 290 mensen, dat ligt dan op de rede want er is geen kade.

Foto’s